Test: Abarth 500e – 'Revven' met een EV
Wacht even: hij klinkt zoals de al bekende Abarths?
Jazeker. Abarth is bij ons weten de eerste autofabrikant die een EV laat klinken als een benzineauto. Ergens is dat natuurlijk erg vreemd, omdat iedereen weet dat het gebrul van onder de achterbumper volledig kunstmatig is. Het komt van wat Abarth passend een ‘Sound Generator’ noemt en klinkt doelbewust zoals de ‘oude’ Abarth met benzinemotor ook klinkt. Althans, ongeveer. Wie goed luistert, hoort al snel dat het nep is, al kunnen omstanders door het gebrul zomaar op het verkeerde been worden gezet. Verdorie, nu vinden we het stiekem toch leuk. De ‘Sound Generator’ reageert ook bij stilstand op het gas, zodat je net als bij een benzineauto kunt ‘revven’. Wat het kunstmatige geluid niet doet, is een poging om versnellingen na te bootsen. De Abarth trekt dus met één lange, ononderbroken brul naar hogere snelheden. Wie het zat is, kan het systeem uitzetten. Dat gaat via een wat onhandige route in het digitale instrumentarium, maar dan is de Abarth ook volledig stil. De basisversie heeft het überhaupt niet, dus dat scheelt weer een dilemma.
En als je het uitzet, val je dus niet op?
Toch wel. Net als de Abarths op 500-basis die we al zoveel jaren kennen, is de Abarth 500e standaard een stuk stoerder dan het alternatief met Fiat-logo’s. De diep doorgetrokken voorbumper, grote wielen en dikke sideskirts doen wat dat betreft opvallend veel voor het anders zo schattige autootje. De kleuren kunnen niet onbesproken blijven, want met name ‘Poison Blue’ en ‘Acid Green’ knallen eruit. Bij de koplampen valt op dat het bovenste deel hier niet oplicht, zodat een soort booskijker-effect ontstaat. Achteraan is er weinig veranderd, al heeft de Abarth wel een opvallender inzetje onderaan de bumper en krijgt de Abarth 500e Cabrio een grotere dakspoiler mee.
Het bovenste deel van de koplamp brandt bij de Abarth niet mee. Booskijkers dus!
Krijgt het interieur ook aandacht?
Ook vanbinnen is het een sportief feestje, onder meer dankzij een driespaaks sportstuur en sportief gevormde stoelen. Die zijn anders van bij zijn voorganger in hoogte verstelbaar, terwijl je het stuur in meerdere richtingen kunt verstellen. De zitpositie is daarmee aanzienlijk beter dan in de 595 en 695, al is het nog steeds niet top.
Is-ie nog een beetje snel?
Dat hangt ervan af waarmee je hem vergelijkt. Alle elektrische Abarths hebben vooralsnog een 155 pk sterke elektromotor. Dat levert een 0-100 tijd op van 7 seconden. Ter vergelijking: de Abarth 595 deed dat in het gunstigste geval in 7,3 seconden, de 695 in 6,7. Volgens Abarth zit de winst vooral in de tussensprints. Daar snoept de auto links en rechts seconden af van de tijd die de Abarths op benzine realiseren. In de praktijk is dat goed te merken. Waar de 180 pk sterke 1.4 Turbo van de 695 na een korte bocht uit een diep dal moet klimmen om weer op krachten te komen, staat de 500e meteen paraat.
Misschien nog wel belangrijker bij zo’n klein bommetje: is-ie leuk?
Dat de Abarth 500e met 1.300 kg een stuk zwaarder is dan de 695, is op het Balocco-testcircuit wel te merken. Hij voelt domweg wat logger en groter aan, maar is evengoed speels en heel capabel. Een betere verdeling van het gewicht, in de hoogte maar ook over voor- en achteras, speelt daarbij ongetwijfeld een grote rol. Er zijn drie rijmodi: ‘Turismo’, ‘Scorpion Street’ en ‘Scorpion Track’. Turismo is de comfortabele en wat minder vlotte optie, het verschil tussen de twee Scorpion-standen is vooral dat de auto in ‘Street’ veel harder regenereert en ook echt helemaal tot stilstand komt zonder te remmen. Ten opzichte van de Fiat 500e is het onderstel uiteraard aangepakt. Andere veren en dempers en schijf- in plaats van trommelremmen op de achteras brengen samen met de 18-inch-wielen en brede banden – 17 is standaard – meer grip, meer gevoel en meer pret. De besturing is lekker direct, al zouden iets meer gevoel en tegendruk welkom zijn als het echt hard gaat. Het vermogen lijkt goed gekozen. Voor een EV is de Abarth niet razendsnel, maar met nog meer elektrokracht op de voorwielen zouden de nadelen – gripverlies, voelbare aandrijfkrachten – het wellicht gaan winnen van de voordelen. De elektrische Abarth schittert eigenlijk vooral buiten het circuit, op de bochtige wegen langs de Noord-Italiaanse rijstvelden. Het onderstel werkt de vele oneffenheden daar met opvallend gemak weg, terwijl we tegelijkertijd veel lol hebben in dit directe, felle bijtertje. Een fijn compromis dus, uitermate geschikt voor de stijlbewuste stedeling voor wie hij is bedoeld.
Stedeling … dus je komt er niet ver mee?
Met 265 kilometer is de beloofde actieradius opvallend veel krapper dan de 321 kilometers die de Fiat 500e met ditzelfde accupakket haalt. Die accu – 42 kWh bruto, 37,8 netto – laat zich aan de snellader met maximaal 85 kW weer volpompen, keurig voor dit segment.
In welke uitvoeringen is de Abarth 500e leverbaar?
Het leveringsgamma van de Abarth 500e is lekker overzichtelijk. Hij is er als driedeurs en als Cabrio, maar niet als 3+1 met het extra deurtje rechts. Beide carrosserievarianten zijn er vervolgens in twee uitvoeringen, de naamloze basisversie en de luxere Turismo. Losse opties zijn er nauwelijks en de standaarduitrusting is heel behoorlijk. Dat mag ook wel, want het hippe kleintje kost minimaal 38,5 mille. Rationeel nauwelijks te verdedigen, maar dat is nooit het idee geweest met deze kleine charmeur. Kiezen voor een benzine-Abarth is er in Nederland trouwens niet meer bij: hier levert Abarth alleen nog de elektrische 500e.