DS 3 E-Tense – Back to Basics
DS 3 E-Tense – €42.140
Net als de grotere DS 7 verloor de DS 3 niet al te lang geleden de toevoeging ‘Crossback’. Voorheen was die aanduiding bedoeld om aan te geven dat het in beide gevallen om SUV’s gaat, maar bij gebrek aan een andere carrosserievorm is dat eigenlijk overbodig. Het schrappen van de Crossback-naam ging bij de DS 3 gepaard met een facelift, die behalve een subtiel ander front een nieuwe elektrische aandrijflijn bracht. Daarom richten we ons vandaag specifiek op die volledig elektrische DS 3 E-Tense, nadat de reguliere DS 3 – toen nog met Crossback – in 2019 al eens aan bod kwam in deze rubriek.
De keuze voor de DS 3 E-Tense beperkt de keuze wat, want de aanvankelijk wel aangekondigde DS 3 E-Tense in basistrim Bastille bestaat niet meer. De instapper is nu de Performance Line, wat betekent dat sportieve aankleding verplicht is. Heel veel duurder dan een Bastille is een Performance Line niet – het gaat om een paar honderd euro – want het verschil zit hem vooral in uiterlijkheden. Zwarte accenten en wielen, bijvoorbeeld, al zijn juist die wielen weer anders als je voor een E-Tense kiest. Daar waar de Performance Line op benzine gitzwarte Oslo-wielen meekrijgt, staat de elektrische versie op 17-inch ‘Dublin’ met een gepolijst frontje. De eerste winst is al binnen.
402 kilometer actieradius
Mede door het schrappen van die Bastille kost de eenvoudigste elektrische DS 3 nu dik €42.000. Dat is €1.400 méér dan een gelijk uitgerust benzine-exemplaar met 130 pk en een automaat, en € 5.250 méér dan een Performance Line met 100 pk-benzinemotor en een handbak. Voor dat geld krijg je dan wel de vernieuwde versie van de veelgebruikte elektrische aandrijflijn van Stellantis. Met 156 pk is die krachtiger dan zijn voorganger, terwijl een accu van 54 kWh ook een grotere longinhoud betekent. Samen met een lager verbruik drijft dat het rijbereik op naar maximaal 402 kilometer.
Een eenvoudige DS 3 E-Tense is aan de buitenkant maar moeilijk te onderscheiden van de duurdere Performance+-versie. De wielen zijn een maatje kleiner en de zijruiten minder donker, maar dan heb je het wel gehad. Bijna, dan: led-achterlichten ontbreken. Wel zijn die -met die zwarte ruiten- als losse optie te bestellen. Een simpele DS 3 ziet er niet zo basic uit als voor de facelift, omdat ledkoplampen nu standaard zijn. Voorheen had de auto nog halogeenkijkers en dat is zeker voor een zelfbenoemd premiummerk toch wel een teleurstelling.
Alcantara
Instappen is even een gedoe, want ‘keyless entry’ ontbreekt en de inklapbare deurgrepen komen dus ook niet vanzelf naar buiten. Aan de binnenzijde uit het ‘Performance’-deel zich in Alcantara, want dat is wat we nu eenmaal allemaal als ‘sportief’ interpreteren. Het zachte spul zit onder meer op het dashboard, wat voor een gezellig sfeerte zorgt. Kleur is er dan weer niet, want alles is in deze uitvoering zwart. Met cruisecontrol, automatische airconditioning, een 7-inch digitaal instrumentarium en een 10,3-inch touchscreen is de basisuitrusting in orde, maar verwacht uiteraard geen weelde. Zo doet de auto het zonder stoelverwarming (los €400), navigatie en adaptieve cruisecontrol. Voor dat laatste moet je afgaande op de prijslijst uitwijken naar het ‘Pack Drive 2’, een optiepakket van maar liefst €2.000. Een panoramadak ontbreekt en is zelfs helemaal niet te bestellen op de DS 3, net als een elektrisch bedienbare achterklep. Daarmee zijn er ondanks die led-koplampen toch nog wel wat zaken die in een zogenaamd premiumproduct eigenlijk niet zouden mogen ontbreken.