Tanken vanaf 1 juli een stuk duurder door afbouw accijnsverlaging
Een liter benzine wordt op 1 juli daardoor 13,8 cent duurder. De benzineprijs kruipt dan richting de 2,15 euro per liter. Diesel stijgt met 9,9 cent per liter en lpg met 3,2 cent. Deze tarieven zijn gebaseerd op een afbouwtabel die de overheid zelf communiceert. Dat gaat in twee stappen, dus per 1 januari 2024 mag je weer een verhoging verwachten. Helemaal zonder tegemoetkoming zou benzine maar liefst 22,5 cent duurder zijn dan nu. Voor diesel is dat 15,5 cent en voor lpg 5,3 cent.
In maart 2022 besloot het kabinet, vanwege de hoge energieprijzen, de burger tegemoet te komen met een accijnskorting. Deze maatregel werd per 1 januari nog eens met een half jaar verlengd. Het kabinet staat momenteel voor de keuze om de accijnzen nog langer laag te houden, maar geen van de regeringspartijen heeft in de onderhandelingen over de voorjaarsnota tot dusver die suggestie gedaan, klinkt het in regeringskringen. Dit betekent dat de accijnzen op 1 juli automatisch omhooggaan.
Helemaal vreemd is dat niet: het kabinet kampt met fikse tegenvallers. Door de hogere rente is de staat meer geld kwijt aan leningen, er moeten miljarden extra worden uitgetrokken voor de opvang van asielzoekers en er moet compensatie komen voor de Groningers, vanwege de bevingsschade. De verlaging van de accijns kostte de overheid op jaarbasis 42 miljoen euro.